Le petit-déjeuner sur l'herbe (somewhere) lijkt nog het meest op een anarchistisch schilderij van een constant afbrokkelende tussenwereld met dunnen plastic wanden. Een mistroostige plek waar desondanks mensen verblijven die proberen er het beste van te maken. Ze zoeken het beste uitzicht dat ze hier kunnen vinden. Net daarin schuilt een atmosferische poëzie die van het ruwe en ongepolijste beeld een schilderij maakt dat zonder moeite uiteenvalt in dans of tragedie. Het daagt je als toeschouwer (getuige?) uit telkens weer je manier van kijken los te laten, waardoor je in het marginale een vreemd soort van schoonheid kunt ontdekken.
Online première zaterdag 26 juni 20:45 (en daarna online te bekijken tot het einde van het festival)
Concept / Regie: Gerben Vaillant
Spel: Tim van Dongen, Jesse Debille, Charlotte Gillain, Jente de Motte, Luuk Weers
Film: Alessio Reedijk
Begeleiding: Loes van der Pligt, Jan Taks
Fotografie: Elliot Dehaspe
Met dank aan: Timon Persoon, Hessel Hilgersom en de AHK mime-opleiding
Over het ontstaan:
De eerste aanzet voor het maken van Le petit-déjeuner sur l'herbe (somewhere) was het lichaam van een puber in een zwembad. Of specifieker nog; het lichaam van een puber in een specifiek (en nogal marginaal) zwembad aan de rand van Tilburg, waar ik jongens en meisjes hun lijven heb zien dragen alsof ze een karikatuur van mannen en vrouwen waren. Ik herinner me de seksualiteit verpakt in een spel dat soms onschuldig maar vaker nog te hard was. Soms macho, vragend om aandacht, soms vals-preuts, soms kwetsbaar en sterk tegelijk als een Rineke Dijkstra portret. Ik miste iets van die atmosfeer, hoe ver die wereld ook van me afstond.
Het macho-gedrag en uitsloverij wordt vaak gezien als onvolwassen en lelijk, daar kun je ook niet omheen, maar er zit vaak ook een schoonheid in die we met het 'er boven staan' over het hoofd zien. Zo schuilt er in het uitsloven het menselijke verlangen om gezien te willen worden (in welke vorm dan ook), en dat opzichzelf is in mijn ogen iets moois, teders en hoopvols, ondanks de ruwe vorm die het krijgt. Bij pubers (en zeker in een zwembad) ligt dat verlangen heel dicht aan de oppervlakte en neemt dat allerlei vormen aan.
Ik ben nooit een macho geweest.Ik heb nooit een back-flip gekund, en ik ben ook nooit gespierd geweest. Ik heb nooit voor de ogen van mijn vrienden een meisje of jongen versierd. Ik keek daar op neer. Maar op een of andere manier vind ik het nu ontroerend en soms baal ik dat ik zo niet geweest ben. Er zit iets in die poging, in het iets van jezelf op het spel te zetten, dat ik mis in mijn eigen leven en in mijn omgeving. Het risico ook de plank mis te slaan. De grote inzet. Misschien laten we onszelf wel zien, maar niet zonder een risico- inventarisatie, waardoor we onszelf pas laten zien als we weten dat het werkt.
En dat is volgens mij nogal een inperking van je identiteit.
In deze voorstelling wilde ik 'de poging jezelf op het spel te zetten' de ruimte geven. Ik wilde inzoomen op de schoonheid van zowel de fragiliteit als de kracht die in die poging naast elkaar bestaan. Ook als de omgeving en de situatie nooit ideaal zijn, zoals in dat marginale zwembad aan de rand van Tilburg. De trotse poging tegenover het troosteloze landschap werd meer en meer een ode aan de mens die een poging doet ondanks alles. Een ode aan de mens die het beste van zichzelf en de omstandigheden probeert te maken.
Wat niet gefilmd kon worden:
In de live-voorstelling is het publiek getuige van een groepje jongvolwassen mensen dat in een nogal marginale ruimte leeft. Het ziet eruit alsof ze al tijden in dit territorium hebben rondgehangen. Het groepje mensen dwarrelt rond, soms dichtbij in het licht, soms van veraf uit het donker, waardoor de ruimte constant beladen lijkt. Bij tijden voel je je als publiek iemand die op een bankje op een dorpsplein zit te kijken naar een kleine subcultuur. Je weet niet op wat voor manier je met deze mensen verbonden bent. Overal gebeurt wat en tegelijkertijd gebeurt er niet zo veel. Af en toe krijg je een blik van een van de jongeren, soms flirtend, soms verwelkomend, en soms agressief.
Wat de film niet volledig heeft weten te vangen is de manier waarop 'het moment nooit dáár is' om jezelf te laten zien.
Er is altijd iemand die op je meest pure en trotse moment wegkijkt. De pracht zit erin dat we het vervolgens nog steeds blijven proberen.
Wat de film niet heeft weten te vangen is de kracht van de afstand en iemand van ver weg te zien zoeken naar een manier om aanspraak te vinden of indruk te maken, de kracht van gelijktijdigheid en de verstillende jaloezie / aanbidding / afkeur van de één naast de poging gezien te worden van de ander.
Desondanks geeft de film een andere mogelijkheid, waarbij je als toeschouwer een voyeur kunt zijn, of zelfs kunt integreren.
Ik wens je een fijne voorstelling toe,
Gerben Vaillant